De martelaren van Gorcum
image description

Het is woensdagochtend 25 juni 1572. Plots doemen dertien schepen op aan de horizon. Veel katholieken vluchten de stad uit. In allerijl verschansen broeder Nicolaes Pieck en pastoor Leonardus Vechel zich met andere katholieken in De Blauwe Toren, de burcht Buiten de Waterpoort. Waarom? De watergeuzen komen eraan: aan lagerwal geraakte edelen en misdadigers, die als piraten plunderen en moorden. Ze vechten voor de Prins van
Oranje en tegen de Spaanse Koning Filips II om de plaatselijke edelen aan de macht te houden. Tegelijk is er een felle geloofsstrijd. Er is haat tegen de katholieken, puur om de manier waarop zij het geloof belijden, met pracht en praal. En ook vanwege misstanden in de kerk.

“In naam van Oranje, doe open de poort!”, schreeuwt oppergeus Marinus Brandt.
“Vergeet het maar”, klinkt het aan de andere kant van de poort. Caspar Turck, bestuurder van de stad, houdt voet bij stuk. Een felle strijd barst los. Maar de verdediging houdt geen stand: de stad valt. Nu begint het gevecht om de Blauwe Toren. De geuzen zijn te sterk. “We geven ons over als jullie iedereen vrijlaten”, roept Turck. “Dat zweer ik”, antwoordt Brandt en hij laat eerst alle burgers vrij. Maar de geestelijken nog niet. Die worden gemarteld en getreiterd. Een woedende menigte verlangt zelfs executie. Brandt wordt bang en houdt zich niet aan zijn eed. De geestelijken staan doodsangsten uit. Ze krijgen ook bijna niets te eten of te drinken. De martelingen gaan nog een paar dagen door. Niet helemaal zeker van aan welke kant Gorcum staat, voeren de geuzen de negentien katholieken in de nacht van 5 op 6 juli naar Brielle.

En zo vertrekken ze op het veer van mijn voorvader, veerman Rochus. “U, u bent toch pastoor Vechel?”, stamelt Rochus. “Jawel, mijn zoon”. En Vechel knikt. “Vergeef mij, eerwaarde. Ik kan niet anders.”

Terwijl Rochus zijn boot richting Dordrecht koerst, draait pastoor Vechel zich nog eenmaal om en prevelt: “Gorcum, mijn stad. Wat staat jou aan ellende te wachten!”
Nog meer getreiterd, gemarteld en bespot, worden de geestelijken op 9 juli in Brielle naakt opgehangen. Daarna worden zelfs hun lijken nog verminkt. Onschuldige mannen, gedood om hun geloof. In 1867 zijn de martelaren van Gorcum heilig verklaard. Sindsdien zijn ze wereldberoemd en trekken talrijke pelgrims nog steeds naar bedevaartsoord
Brielle en Gorinchem.